In verschillende nationale en regionale kranten werd bericht dat op 11 november 1955, 9 gezinnen (57 personen) overgebracht worden naar het nieuwe woonoord Burghsluis na verzet tegen de bouw van eigen keukens. Alle gezinnen zijn lid van de Partai Nasional Maluku Selatan (PNMS) Zij protesteren tegen de zelfzorg-maatregels en saboteerde de aanbouw van de keukens in woonoord Havendorp te Vlissingen. De andere bewoners van Havendorp hadden de overheid gevraagd op te treden tegen de onrust stokers. De gedwongen verhuizing verliep zonder incidenten. Om dezelfde reden waren er ook al PNMS aanhangers uit Middelburg naar Burghsluis verhuisd. Het woonoord bestond uit 1 barak en er zitten ongeveer 20 gezinnen in Burghsluis.

In het boek ‘Molukkers in Zeeland 1951-2009’ vertelt Emile Hitijahubessy, die er als kind woonde, dat men bij eb mosselen en zeekraal verzamelde als aanvulling op het weinige voedsel. Men was net begonnen aan de Deltawerken dus Burghsluis lag toen nog aan zee. Ook fietste men naar de visafslag bij Brouwershaven voor gratis vis (horsmakreel). Men reed ook mee met de vuilniswagen om te kijken of er nog iets bruikbaars was op de vuilnisbelt. Duidelijk is dat de mensen op allerlei manieren hun bestaan wilde verbeteren. Opmerkelijk is dat hij vertelt dat men niet naar school hoefde, dat was zeker niet de gewoonte in andere woonoorden.
In augustus 1956 is er onrust in Burghsluis, ditmaal halen de vrouwen en kinderen aardappelen en groente van de velden van omringende boeren. Dit is niet verwonderlijk als we het verhaal van Emile beschouwen. De politie grijpt in en het eten moet worden terug gegeven. Er wordt een avondklok ingesteld en de politie blijft aanwezig bij het kamp. Volgens het Algemeen Dagblad is er weinig waardering voor de mannen van het kamp omdat deze vinden dat de vrouwen maar voor het eten moeten zorgen en hun dus eigenlijk tot roof aanzetten terwijl zij zelf in het kamp bleven. Dit kunnen we ook lezen als het niet mee willen werken met de politie want uit het verhaal van Emile komt naar voren dat niet alleen de vrouwen voor aanvullingen op het eten zorgden. De krant beschrijft de mannelijke bewoners als de ‘ergste belhamels’. Oud-militairen als belhamels karakteriseren heeft een denigrerende kant. Men wordt zo niet als volwassen mannen neergezet. De politieke kant van de zaak wordt op deze manier totaal over het hoofd gezien. Enkele dagen later worden enkele gezinnen die als hoofdaanstichters worden gezien naar het strafkamp Oude Zeug in de kop van Noord-Holland en Heythuizen in Limburg verplaatst. Enkele maanden later in november wordt het woonoord Burghsluis opgeheven.

Van het Molukse woonoord zijn geen sporen terug te vinden. Het is een kale vlakte die enkele meters hoger ligt dan de omgeving. Ongeveer ten hoogte van het linker dak bevind zich onderstaande foto. Dit lijken de resten van de infrastructuur van de vlakte en geeft de impressie dat er mogelijk onder de grond nog installaties zijn. De functie van deze structuren is minder duidelijk, mogelijk zijn ze deel van een watervoorziening.

Ondanks de vele informatiebordjes aan de havenkant wordt er nergens verwezen naar het Molukse woonoord. Dit deel van de geschiedenis wil men zich blijkbaar niet herinneren.
Ha Marjolijn, ik volg je onderzoek naar Moluks erfgoed met veel interesse. Vooral de kleinere ‘onbekende’ kampen roepen altijd meer vragen op dan er antwoorden zijn. Zo ook kamp Burghsluis, Emile Hitijahubessy weet vast als oud bewoner welke families hier nog meer woonden. Het verhaal van de PNMS vormt hier natuurlijk ook een bewogen onderdeel van. Zeker in die tijd waren er meer groeperingen die niet altijd met elkaar door één deur konden. Ik kwam toevallig op een luchtfoto van 18/03/45 exact dit deel van de kustlijn tegen. Of hier toen al bebouwing was is helaas niet zo goed te zien. Is bekend voor welk doel de barak is gebouwd? en wanneer?
LikeLike
Hallo Bart,
Het is mij niet duidelijk wanneer de barakken zijn gebouwd. Waarschijnlijk waren het oorspronkelijk barakken voor werklui of opvang, mogelijk in verband met de watersnoodramp van 1953. Er zijn toen in Zeeland veel tijdelijke kampen gebouwd. De barakken staan in ieder geval nog niet op de nieuwe kaart uit 1950. Ze staan voor het eerst op de topografische kaart van 1962. De Molukse bewoners zijn dan al jaren weg. Na hun vertrek is het gebied in gebruik geweest voor de directie van de Deltawerken dus mogelijk zijn de barakken toen aangepast. Bij luchtfoto’s moet je vaak al weten wat je zoekt om het ook te herkennen. Maar mogelijk is de foto van voor de komst van de barakken.
groet marjolijn
LikeLike
Dag Marjolijn,
Wat ben jij actief zeg. Hartelijk dank in ieder geval. Ik kan je niet bijbenen met het lezen van al je artikelen van de laatste tijd. Maar dit artikel over kamp (woonoord) Burghsluis kon ik toch niet laten liggen zonder het te lezen. Ik heb jaren naar dit kamp gezocht. Tijdens vakanties in Zeeland zijn we minimaal 2 keer over die dijken gereden op zoek naar iets herkenbaars van het kamp, maar ik heb nooit iets teruggevonden. Wij zijn toen ook langs dat parkeerplaatsje gereden. We hebben namelijk ook in Burghsluis gewoond (ik was toen ongeveer 5 jaar) en mijn vader was één van de saboteurs van de in aanbouw zijnde keukentjes in kamp Havendorp. Mijn vader was altijd lid geweest van de PNMS (en later zelfs penningmeester van een deel van de partij). In mijn herinnering stonden de barakken van kamp Burghsluis in de vorm van een drie-hoek. Wanneer je de hoofdingang binnenkwam had je rechts een kleine barak, dat eigenlijk de centrale keuken was. De andere 2 (woon)barakken stonden schuin tegenover elkaar naar een punt toe van een meter of 4 / 5 en daar tussendoor kon je dan naar de dijk toelopen. Alleen de linker barak werd bewoond toen wij daar waren. Als kind ging ik met veel volwassenen en kinderen regelmatig naar de vuilnisbelt toe (langs de weg bij de dijk), wanneer het vuil daar werd gestort. Op zoek naar iets eetbaars (!?!?!?!?). Mijn vader ging regelmatig met een aantal `ooms` een dag uit fietsen in de omgeving en kwam dan soms thuis met oud brood, oude pakjes met koekjes en meel, die hij waarschijnlijk van een bakker gekregen had uit één van die dorpjes in de buurt. Mijn moeder bakte daardoor geregeld zelf brood, want we hadden zo´n oventje die je op een petroleumstel moest zetten en door het glazen deurtje kon je dan het brood zien rijzen. Oooh, wat een herinneringen allemaal (met een brok in mijn keel). Mijn ouders hebben in ieder geval altijd heel goed voor ons gezorgd, want we hadden hoe dan ook altijd eten op tafel – al was het soms alleen aardappelen met sambal of aardappelen met melk en suiker …..
Hierna zijn wij naar kamp Westkapelle verhuisd en we hebben ook daar een roerige tijd meegemaakt ….
Ik stop hier maar, want er komt zoveel bij mij boven ….
Groet en nogmaals hartelijk dank,
Ucu J. Akihary
LikeLike
Beste Ucu,
Dank je wel voor de mooie aanvulling op Burghsluis. Dit bevestigd mijn vermoeden dat de vaders meehielpen met het verzamelen van eten, maar tegen de politie deden alsof zij dat nooit deden. Ook fijn om te weten dat er meer barakken stonden, maar dat die niet allemaal gebruikt werden.
groet marjolijn
LikeLike