Aan het eind van de middag reden we dan eindelijk naar het woonoord Lage Mierde. De plek van het kamp is nu de gemeentewerf aan het Vloeieind. Om er te komen reden we langs de oude boerderijen van Lage Mierde en het dorp uit. Dit kamp lag niet heel erg afgelegen, maar wel ver van de dorpskern omdat het dorp zo lang is. Na de vondst in Baarschot is het even andere koek bij Lage Mierde. Er is werkelijk niets over van het voormalig woonoord. De gemeentewerf laat alleen de vorm van het kamp nog zien. Een rechthoek omgeven door bomen.

Er is wel een herinnering aan het woonoord, vlak bij de nabijgelegen rotonde staat een monumentje. Het is eigenlijk wel prettig dat het niet op de exacte lokatie staat, want nu is er wat groen omheen en komen veel mensen er langs.

Het monument verbeeld de verbondenheid tussen Nederland en de Molukken, gesymboliseerd door een brug tussen twee palen. Op de linker paal staan de Molukken afgebeeld en op de rechterpaal staat Nederland. Op beide palen is een kleine bronze plak bevestigd. De linker paal is een eerbetoon aan de eerste generatie die ter goede trouw waren gekomen en niet meer terug zouden keren. De volledige tekst is: “In geloof en vertrouwen gehoorzaamden ze en vertrokken naar een vreemd land. Wat hen beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden. Ze leefden als vreemdelingen en gasten.” Er leidt hier geen twijfel over het verdriet wat hen is aangedaan. De rechterpaal laat de plattegrond van het kamp zien met de namen van de families die er gewoond hebben.
Bij de onthulling van het monument in 2011 had de Molukse gemeenschap in samenwerking met het museum De Bewogen Jaren grote doeken met oude foto’s van het kamp geplaatst op de gemeentewerf, zodat men nog een beetje de oude sfeer kon proeven.
Lage Mierde was een gemiddeld kamp voor 18 gezinnen met in totaal ongeveer 130 bewoners. Het kamp werd pas in 1954 in gebruik genomen en zou in 1962 weer verlaten worden. Als je de kranten moet geloven is er weinig gebeurd, want ik kon maar één artikel terugvinden, waarbij Lage Mierde alleen kort genoemd wordt in een lijst van nieuwe kampen. Het bezoek aan het museum De bewogen jaren was daarom zo leuk. Daar zagen we de foto’s van alle mensen en alle activiteiten die ze gedaan hebben. Niks saaie boel, maar een levendige gemeenschap.

Er is ook nog een monument op afstand en dan doel ik niet op de voetballer Simon Tahamata die in Lage Mierde woonde. Een barak uit het kamp is namelijk in 2003 afgebroken en heropgebouwd in het Openlucht Museum te Arnhem. Hier vertegenwoordigt de barak de Molukse woonoorden in Nederland. Het was de barak van de beheerde en de keuken. In Arnhem is echter een Moluks woongedeelte nagebouwd in een deel van de barak. Daar moeten we dus ook nog eens op bezoek.
Eén opmerking over 'Lage Mierde: een monument dichtbij en ver weg.'