In april werd het boek ‘Ombak Maluku: Molukkers ongewild naar Nederland’ geschreven door Jim Worung en Nanneke Wigard uitgegeven. Het is een goed vormgegeven boek vol foto’s en documenten. Het matte papier zorgt voor een mooie afwerking en geeft diepte aan de foto’s. De eerste indruk van het boek is dan ook goed. Het boek is ingedeeld in drie grote hoofdstukken: Gebeurtenissen voor vertrek, De Reis, en De Aankomst.

Het eerste hoofdstuk over de tijd vlak voor het vertrek geeft erg veel informatie, maar dat wil niet zeggen dat alles duidelijk wordt. Dit komt niet doordat ze rommelig schrijven, maar omdat de situatie zelf zo onoverzichtelijk is. Tegenstrijdige berichten via verschillende kanalen, een grote tijdsdruk en constant veranderende omstandigheden zorgen voor een complex geheel, waar niemand het gehele overzicht heeft. Het is wonderbaarlijk dat ze hier nog een samenhangende tekst van hebben kunnen maken. Wat mij vooral bij blijft uit dit eerste hoofdstuk is dat de gezinnen al zoveel hadden meegemaakt voor het vertrek. Door de oorlog verbroken gezinnen die net weer bijeen zijn, familieleden die overlijden, het vele rondtrekken van de militaire gezinnen waardoor ieder kind in een andere plaats is geboren, en daar bovenop het vrij plotselinge vertrek. Vaak had men maar enkele dagen de tijd om zich voor te bereiden op het vertrek en had men geen idee wat men mee moest nemen omdat het maar voor enkele maanden in een ver vreemd land zou zijn.
In het hoofdstuk De Reis wordt de overtocht besproken. Elke boot wordt beschreven. Een deel van de tekst is gebaseerd op de beschrijving van de Nederlandse leiding. Het is duidelijk vanuit een militair perspectief waarbij de vrouwen en kinderen zich moeten schikken naar de militaire orde en er weinig compassie is. Het is duidelijk dat die militairen geen ervaring hebben met burgers en hoe met hen om te gaan. Het maakt enorm veel uit op welke boot je toevallig terecht komt in hoe de reis ervaren wordt. Het varieert van vijf-hoge slaapplekken in broeierige ruimen tot goede hutten. Mannen werden meestal gescheiden van hun vrouwen en kinderen wat voor gezinnen natuurlijk raar is. En het varieerde van wassen met zout water tot genoeg zoet water voor iedereen. Op sommige boten is bijna iedereen zeeziek, terwijl andere boten hier bijna geen last van hebben; wat de kwaliteit van de reis sterk vergroot. Sommige boten zijn rustig of gezellig terwijl er op andere veel onrust en ruzie is. Overal zijn verstekelingen die in het boek uitgebreid besproken worden. De verhalen van de toenmalige kinderen die de reis maakten geven het geheel kleur. Wat ik het meest opvallend vind, is dat er geen duidelijk beleid lijkt te zijn over wie van de kinderen mee mogen. Sommige laten gedwongen enkele van hun vier kinderen achter terwijl anderen met acht kinderen aan boord gaan. Het lijken onmogelijke keuzes die natuurlijk verward worden door de gedachten dat het om een tijdelijk afscheid gaat. Het kwam wel vaker voor dat kinderen enige tijd op andere plekken of bij familie onderdak vonden voor scholing en dergelijke. Men kon de permanente scheiding niet voorzien.
Een grappig detail is dat een bediende op de Kota Inten (tweede reis) wegens brutaliteit van de Willem Ruys was verwijderd. Dit is het schip waarmee mijn ouders enkele jaren later naar Nieuw-Zeeland zouden emigreren, om tien jaar later weer terug te keren naar Nederland.
Het laatste hoofdstuk gaat over de aankomst in Nederland. Per boot wordt verteld hoe en wanneer er ontscheept wordt. Het is duidelijk dat het daadwerkelijke ontslag uit dienst moeilijk of niet geaccepteerd wordt. De eerste indrukken die opgeschreven zijn van vooral de kinderen laten zien dat men totaal niet voorbereid was op het daadwerkelijke Nederland. De sneeuw die er was bij de vroege aankomsten was natuurlijk bijzonder, maar de kale bomen lieten een diepe indruk na. Dat moet ook een onbegrijpelijk uitzicht zijn geweest voor iemand uit de tropen. De ontvangst was zakelijk en de omstandigheden in de kampen was meteen ondermaats. Na zo’n zware reis zal slapen op een strozak wel heel erg tegenvallen en dan hebben we het nog niet over de gedeelde wc’s en het gebrek aan makkelijk toegankelijk warm water. Maar ook hier verschilt het heel erg in welk woonoord je terecht kwam. In het boek is ook aandacht voor de Molukkers die op andere tijdstippen kwamen of die niet bij de KNIL hadden gezeten. Dit is een onderdeel dat helemaal nog onderbelicht is in de geschiedschrijving.
Het is een boek waar de auteurs trots op kunnen zijn. Zij weten veel informatie over de overgangsperiode op overzichtelijke wijze te plaatsen. Soms is de tekst wat telegramstijl, maar dat komt door de militaire bronnen die gebruikt zijn. Voor iedereen die meer wil weten over hoe de Molukkers in Nederland kwamen is dit boek zeker een aanrader. Ik heb het in ieder geval met veel interesse gelezen en genoten van de mooie foto’s die, ook al zijn ze zwartwit, het verhaal kleur geven.
Ik heb met veel genoegen ook aan dit mooie geschiedenisboek “OMBAK MALUKU” mee kunnen werken door mijn kinder jaren bewust ook na kunnen vertellen in de interviews die Nanneke Wigard aan mij in gesprekken heeft kunnen nemen, ook de vele foto’s uit het persoonlijke album in het opvangkamp in Djakarta, het wachten op de uiteindelijke verscheping naar de KOTA INTEN, hebben dit boek gemaakt tot een ooggetuige verslag van die reis in Mei 1951, tot de aankomst aan de LoydKade in Rotterdam en de verspreiding door heel Nederland naar de verschillende opvang kampen, (de voornalige concentratiekampen), Ik ben trots op dit mooie uitgegeven boek “OMBAK MALUKU”, Denis Hehuat
LikeLike