Met behulp van de Molukse gemeenschap wordt het beeld van de woonoorden steeds completer. Dit keer was het de heer Max Surusiay die ons informatie stuurde over de woonoorden in Kruiningen en vooral Kruiningen II waar hij als kind gewoond heeft.
In een eerder post heeft Ivar al verteld over ons bezoek aan het woonoord vorig jaar, waar we nog de nodige overblijfselen tegenkwamen, maar waar ook de laatste barak verdween. De heer Surusiay heeft onze kennis verdiept met gedetailleerde plattegronden en het verhaal dat hij heeft opgetekend over zijn verblijf in Kruiningen II.

De luchtfoto laat de opzet van de kampen zien en hun positie ten opzichte van elkaar, maar de door de heer Surusiay getekende kaarten geven een gedetailleerder beeld van de individuele kampen.
Plattegrond van Kruiningen I, uit het hoofd getekend door Max Surusiay, met de woonbarakken, de beheerders barak, een ontspanningslokaal annex kerk, een schuur, een doucheruimte en de keukenbarak, die wij in 2018 fotografeerden.
Als we de huidige Googlemaps vergelijken met de oude luchtfoto lijkt de locatie van de keukenbarak op de plattegrond het derde roze dak vanaf linksboven naar beneden te zijn. De omgeving is echter niet zo eenvoudig over te plaatsen omdat sloten en percelen veranderd zijn.

Een woonbarak in Kruiningen II gaf plaats aan vier gezinnen en bestond uit een voorkamer, slaapkamer, eethoek, keuken en toilet.
De ruimtes werden gescheiden door houten wanden, maar in de keuken en de wc liepen die niet door tot het plafond. Dit leidde tot overlast van geluid en geur. Om het maar niet over hygiëne te hebben met de wc naast de keuken geplaatst. Een paar platen hout hadden hier het wooncomfort en de privacy enorm kunnen verbeteren. Maar volgens de heer Surusiay zat er ook een voordeel aan verbonden omdat hij zo mee kon luisteren met de oudere jongeren in de naastgelegen woningen. Hij kon zo kennismaken met de populaire muziek van die tijd.
Met de hygiëne in het kamp was het sowieso niet zo goed gesteld omdat het riool op de nabij gelegen sloot afwaterde. De heer Surusiay heeft hier onderzoek naar gedaan en kwam erachter dat er wel geadviseerd was om de kampen op het gemeentelijk riool aan te sluiten, maar dat dit nooit gebeurd is, waarschijnlijk vanwege het geld.
Voor ons als hedendaagse archeologen is dit soort informatie van groot belang omdat dit ons inzicht geeft in de gebouwde omgeving en infrastructuur. Hierdoor weten we wat voor sporen wij kunnen verwachten. We hoeven dus niet op zoek naar een aansluiting op het gemeenteriool.
Hallo Marjolijn en Jobbe, Als ik het verhaal van de Workshop tot nu toe lees, ben ik nog niet tevreden met wat er staat: uitspraak bankenende en dekolonolisatie, jullie schrijven over Schotland en (Noord)Ierland, maar jullie vergeten wat nederland in het verleden deed NOG ERGER!!!!!! Groet Evert
Verzonden vanaf Samsung Mobile.
LikeLike
Hallo Evert,
Jammer dat je nog niet tevreden bent. Wij vergeten niet dat wat Nederland in het verleden deed erg is. Maar waar we hier op willen wijzen is hoe er gemiddeld in Nederland naar dit verleden wordt gekeken en dat dit zeer eenzijdig is en dus ook de kwalijke kant vergeet. Omdat de Molukse geschiedenis niet op zichzelf staat hebben we een breder perspectief gekozen.
Het gaat er niet om om vast te stellen welke gekoloniseerde het meest geleden hebben, maar om te laten zien dat in hoe in Europa dit verleden nog steeds zeer eurocentrisch wordt benaderd, waarbij al het geweld niet of nauwelijks vernoemd wordt. Het plaatsen van gedekoloniseerde Molukkers in Nederlandse woonoorden/kampen gedurende decennia is echter ongekend zelfs voor Europese maatstaven. We zullen deze website gebruiken om ook andere momenten van dekolonisatie te laten zien. Niet omdat we dat belangrijker vinden dan het Moluks verleden, maar omdat we deze geschiedenis en de huidige samenleving in een breder kader willen plaatsen.
vriendelijke groet marjolijn
LikeLike
Oké je standpunt is duidelijk.
Groet Evert.
LikeLike