De archeologie van ‘the Troubles’

De uitnodiging van professor Symonds was zeer summier geweest: veel meer dan ‘just show up‘  stond er niet in. Onbekend met zelfs maar de titel van de komende lezing sprong ik woensdag op de trein van Ede-Wageningen naar Amsterdam.

LauraMcAtackneyy
Dr. McAtackney bij Long Kesh Prison (http://prisonsmemoryarchive.com)

Het mag duidelijk zijn dat de naam van associate professor Laura McAtackney voor mij voldoende informatie was om blind de reis te maken. McAtackney geldt sinds haar archeologisch werk over ‘the Troubles‘, de burgeroorlog in Noord-Ierland van 1968-1998, als een van de grootste experts op het vlak van de archeologie van recent conflict. Zelf kende ik haar vooral van haar werk over graffiti in Kilmainham Gaol gevangenis in Dublin.  Ik wilde haar voor Moluks Erfgoed graag opnieuw horen spreken in Amsterdam en werd niet teleurgesteld.

Het onderwerp van die dag was haar onderzoek in Long Kesh Prison, een gevangenis voor politieke gevangen in Belfast en de plek van de beruchte hongerstakingen met dodelijk afloop begin jaren 80. “Alleen al de woorden die je kiest in een onderzoek over dit onderwerp zijn problematisch”, begon McAtackney. Bijvoorbeeld: Noord-Ierland heeft in de loop der tijd verschillende namen gehad, maar welke naam je nu ook gebruikt, je raakt er altijd de gevoelens mee van één van partijen in het conflict. “Er zijn geen neutrale termen in zo’n conflict. Zelfs de naam ‘de archeologie van the Troubles‘, is eigenlijk al problematisch omdat die die naam verzacht dat er sprake was van een bloedige burgeroorlog”, vertelde McAtackney.

‘You can’t really get rid of a site’

Fascinerend, maar ook onthutsend, was haar beschrijving van hoe de nasleep van the Troubles uitwerkte op de inrichting van Belfast. De stad stond na het verdrag van 1998 vol met zogeheten ‘Peacewalls’ en met gepantserde overheidsgebouwen en uitgebreide observatiesystemen die ten doel hadden de bevolking in de gaten te houden. Na 1998 werden militaire en politionele gebouwen  – soms met enorme vaart –  gesloopt, waardoor er op locatie ook niet meer te reconstrueren is wat er precies heeft plaatsgevonden. McAtackney suggereert als ik het goed begreep  dat er hier voor een deel sprake was van intentioneel uitpoetsen door de overheid. Vervolgens vielen de braakliggende percelen echter ten prooi aan een beleidsvacuüm, waarin de overheid geen besluit durfde te nemen over deze littekens in het landschap. Soms werden ze gevuld met betekenisloze kunst, een gebrekkige oplossing  die  het pijnpunt alleen maar verscherpte.  Als gevolg zijn deze plaatsen vaak nog steeds merkwaardige terreintjes, waar de lokale bevolking zelf haar eigen monumenten heeft opgericht ter herinnering aan de strijd en de doden. Een voorbeeld hiervan is ‘Andersontown’ Police Station (zie foto’s). “You can’t really get rid of a site”, zegt McAtackney over dit soort plekken. Een vergelijking met Bovensmilde, waar na de Molukse acties van 1977 de school werd gesloopt en een gat midden in de gemeente zou achterlaten, ligt hier voor de hand (zie foto kop).

ANDERSONSTOWN_STATION_mtgoogle2016
Na lange discussie of Aldersontown Police Station een monument of museum moest worden, werd het gesloopt en bleef alleen een vreemd parkje over en aan het einde een monument gemaakt door omwonenden. (bron: internet en google)

Moluks erfgoed, of niet?

Na afloop van de lezing sprak ik de spreekster nog even persoonlijk, waarbij ook het project Moluks Erfgoed ter sprake kwam. In een paar minuten wist McAtackney mijn perspectief te flink aan te scherpen en te verdiepen (zeg maar gerust: ‘wow!’). Ze waarschuwde me ook hier voor de woordkeus in het project. Vrij vertaald: “Je mag best eerlijk zijn over je eigen interesse als conflictarcheoloog in het conflict, maar pas wel op dat je de herinnering van de betrokkenen niet stuurt.”

En dat is in dit project natuurlijk een lastige kern van de zaak. Als je de sporen van Molukkers in Nederland en specifiek de sporen van de Molukse Acties duidt als ‘sporen van…‘ of zelfs ‘erfgoed van conflict‘, raakt dit direct aan de manier waarop lezers van deze website, of mensen die ik spreek op het onderwerp zullen reageren. Hoe je als archeoloog je rol kiest,  is van wezenlijk belang. Of iets erfgoed is, moet elke gemeenschap voor zichzelf uitmaken (tenminste, als je in een vrij en democratisch land woont). De kritische archeologie heeft ons geleerd dat het tricky is daar als ‘wetenschappelijke deskundige’ in te sturen. Er zijn dikke boeken geschreven over hoe archeologen daarmee in relatie tot ons koloniale verleden naar huidige maatstaven verkeerd zijn omgegaan. Tegelijkertijd is het aan de andere kant onvermijdelijk, dat je met alles wat je doet toch stuurt, of je nu wilt of niet!

Wat een gedoe! Het is vast niet voor niks dat veel archeologen zich liever beperken tot sporen van culturen die niet meer kunnen terugpraten, zoals bijvoorbeeld de Romeinen. Nu ik daarover denk, is het wel apart dat het wat betreft die Romeinen e.a. vergane glorie nog steeds de norm is dat een selecte groep hoog opgeleide deskundigen genaamd ‘archeologen’ grotendeel geheel zelfstandig bepaalt wat voor alle Nederlanders het erfgoed is. In relatie tot project Moluks Erfgoed een interessant contrast, niet? Want, als ik als archeoloog onderzoek wil doen aan sporen van Molukkers, ontkom ik er niet aan met hen als groep en hun mening rekening te houden als ik iets zeg over hun erfgoed. Maar voor alle andere archeologie in Nederland, leren archeologen uit diep geleerde boeken op school in een academische setting wat wel en niet erfgoed is, zonder het buiten aan mensen te hoeven vragen…

Maar goed, of het nu handig was of niet, het korte gesprek met McAtackney was voor mij aanleiding de website Moluks Erfgoed direct bij thuiskomst aan te passen en daarbij het woord ‘conflict’ te schrappen uit de titel hierboven.  Ongetwijfeld ontstaat hierdoor wederom een rammelend alternatief. “There are no perfect answers to the problem“, zei McAtackney tijdens haar lezing. Duidelijk, ik blijf in dit project voorlopig nog in een staat van verwarring en misschien is dat maar goed ook.

<>

  • Meer over Laura McAtackney vind je op de website van Aarhus University.
  • Alle “citaten” van McAtackney hierboven zijn vrije vertalingen van hoe ik het verhaal heb begrepen en onthouden. Eventueel verkeerde uitleg van haar woorden is dus geheel voor mijn rekening.

Gepubliceerd door Jobbe Wijnen

Archeologie en Erfgoed

4 gedachten over “De archeologie van ‘the Troubles’

    1. Mogelijk is dat de vraag, maar voor mij nu niet urgent. Iedereen komt uit een discipline, die blijf je dan trouw om vandaaruit je wetenschappelijke kijk op de wereld toe te passen. Mensen vragen mij bij contemporaine archeologie ook wel ‘Waarom noem je het archeologie, en niet bijvoorbeeld sociologie, of antropologie?’ Mijn antwoord is nu dan dat het daarbij vaak om nuances gaat. Je zou het dus inderdaad vanuit antropologie kunnen insteken, maar ik heb nu eenmaal een achtergrond vanuit conflictarcheologie, dus houd ik dat als kader, al is het maar om nog een schifting te kunnen maken in literatuur. Laatst bedacht ik me dat ik me net zo goed ‘verbindingsarcheoloog’ zou kunnen noemen, maar dat vraagt nog wat meer denkwerk voor ik dat hier echt kan toelichten.
      Wat denk jij er bij? Kan het ‘conflict’ van conflictarcheologie de deur uit?

      Geliked door 1 persoon

  1. Nee, ik bedoelde het niet voor de subdiscipline / het onderzoeksveld conflictarcheologie. Naar aanleiding van je stuk vroeg ik me af of het voor iemand die je stuk los leest, ondertekend met het ‘visitekaartje’ “conflict archeoloog”, meteen duidelijk is dat waar je over geschreven hebt niet noodzakelijkerwijs binnen een knellende betekenis van het begrip conflict moet worden opgevat. Je hebt de titel van de blog aangepast, maar moet je je visitekaartje ook aanpassen als je daar geen verwarring over wilt laten bestaan, m.a.w. het probleem van een algemeen bericht dat in de context van deze blog een andere betekenis kan krijgen dan je bedoelt als je jezelf “conflict archeoloog” noemt. Hopelijk heb ik dat duidelijk geformuleerd en zoals ik het bedoel.

    Verder wil ik nog iets kwijt over het onderscheid dat je grappend, maar met serieuze ondertoon maakt tussen archeologie met en zonder mensen. Ik moet langer nadenken om dat goed te kunnen formuleren.

    Like

    1. Ik begrijp het nog niet helemaal. Ik snap je wel (denk ik) in dat stukjes die niet over conflict gaan, terwijl ik me wel conflictarcheoloog noem, kunnen verwarren. Mail me anders even je hebt mijn adres.

      Like

Plaats een reactie